Als zelfs een progressieve rabbijn en een moderne imam niet eens kunnen aanvaarden dat zoonlief homo zou zijn, hoe zit dat dan met de rest van de islam, het Jodendom en bij uitbreiding het christendom? Waarom worstelen de drie wereldgodsdiensten zo hard met de herenliefde?
Wat als uw zoon thuiskomt en zegt: ‘Vader, ik voel me aangetrokken tot jongens, ik ben homo, is dat voor u acceptabel?’
Een simpele vraag. Met maar twee antwoorden mogelijk. Ja. Ofwel: neen, niet aanvaardbaar. Die kwestie legde Bart Schols donderdagavond in De Afspraak voor aan rabbijn Aaron Malinsky en imam Brahim Laytouss. De twee geloofsgeleerden, gevraagd om te komen spreken over religie en homohaat, voelden meteen de bui hangen, schuifelden ongemakkelijk op de stoel en probeerden de vraag te ontwijken in de beste tsjeventraditie.
Malinsky suste zichzelf meteen. Een zoon als nicht? ‘Zou me verwonderen, de kans is infinitesimaal klein.’ En de rabbijn stak een haperend betoog af over een ‘algemeen stramien van de maatschappij’, over statistieken, uitgekiende familiale projecten, uithuwelijken en de verkeerde invloed van dancings en internet.
Laytouss, als tweede aan beurt, sprak over een ‘evolutie in de geloofsgemeenschap’ en zei ‘een luisterend oor’ te hebben mocht zijn zoon ‘zo zijn’.
Finaal, na meermaals hardnekkig aandringen, moest Malinsky dan toch toegeven: ‘Ik kan niet antwoorden’.
De goddelijke orde
Homoseksualiteit en religie: het blijft een moeilijk huwelijk. Ook in Vlaanderen anno 2016. Maar hoe komt dat toch? Vanwaar dat misprijzen? Die verstokte haat? In het beste geval: complete negatie? Waarom delen de drie monotheïstische godsdiensten, hoewel divers qua wereldbeeld, een gezamenlijke theologische afkeer van de mannenliefde?
Eén woord: het natuurwetdenken. Wie volgens die filosofie naar de wereld kijkt, ziet het werk van God. De wetten die hemel en aarde bewegen, zijn de wetten van de hand van God, Jahweh of Allah. De werkelijkheid ligt aan de leiband van het transcendente. Of anders gezegd: God bezielde de materie en die materie reageert als een trouwe hond aan de gestelde geboden.
Een goed en gelovig mens (een afbeelding van God) probeert dan ook volgens die ingebakken wetten zijn leven in te richten – waarbij het biologische de religieuze werkelijkheid zichtbaar maakt. Een homoseksueel kan bijgevolg nooit voldoen en juist handelen volgens die logica. Want seksueel verkeer tussen twee mannen ‘overschrijdt de goddelijke orde’. Platvloers uitgedrukt: een penis dient enkel en alleen om het mannelijk zaad bij de vrouw binnen te brengen. Dat orgaan werd specifiek met dat nut gemaakt. Alle andere plekken en ingangen die het zoekt en vindt, zijn zondig en onzuiver.
‘In die essentialistische visie staat de menselijke seksualiteit ten dienste van de voortplanting’, becommentarieert de Gentse filosoof Maarten Boudry. ‘Masturbatie, anale seks, anticonceptie, perversies verstoren dat doel en zijn dus inherent verkeerd, te mijden gedrag.’
In dat licht valt ook de uitspraak van bisschop Léonard te begrijpen, die over aids sprak in termen van ‘immanente gerechtigheid’. Wie de wetten van de natuur tart, wordt gestraft. Een beetje zoals iemand een kater krijgt door te veel te drinken. Het lichamelijke gestel kan een bepaalde hoeveelheid alcohol aan, maar eenmaal over die limit, neemt het lijf wraak. De homo krijgt geen hoofdpijn maar aids – de manier van de natuur om de man tot de orde te roepen.
Dat zowel de islam, het Jodendom als het christendom op dat vlak hetzelfde denken, verwondert Boudry overigens niet. Historisch gezien stammen de drie godsdiensten van dezelfde ideologische, theologische bron. De verwevenheid is groot. ‘Het verhaal van Sodom en Gomorra, twee steden die God vernietigde door de homoseksuele losbandigheden van het volk, komt bijvoorbeeld in de drie religies terug.’
Gebrekkige voortplanting
Maar bij homofobie, homohaat, homonegativiteit spelen volgens Pieter Adriaens nog andere elementen mee die niet strikt religieus te duiden vallen. Samen met collega-filosoof Andreas De Block schreef Adriaens ‘Born this way’, een interessant, universitair bekroond boek over de herenliefde in alle wijsgerige en culturele facetten. ‘Ikzelf zou, eerlijk gezegd, wellicht ook schrikken als mijn zoon met die boodschap thuiskwam. Ja, ik ben open en tolerant, maar plots wordt het persoonlijk. En je denkt altijd in een eerste, beschermende reflex: ik wil het beste voor mijn kind. En homo zijn maakt het harder, ook in progressieve westerse samenlevingen. Dat bewijst ook de schietpartij in Orlando. Met andere woorden: ik wil Malinsky en Laytouss ook niet te snel veroordelen en vindt de hetze daarom enigszins overroepen.’
Naast een soort vaderlijke bezorgdheid wijst Adriaens ook op andere sentimenten die onderhuids sluimeren in het debat. Bijvoorbeeld de latente angst voor de toekomst. Of beter: het gebrek aan toekomst. ‘Homoseksuelen kunnen zich eenvoudigweg niet voortplanten. Als iedereen die levensstijl hanteert, sterft de soort uit. In bepaalde kringen leeft die gedachte zeer sterk. De continuïteit van het volkslichaam staat immers op het spel. John Howard, de gewezen premier van Australië, uitte enkele jaren terug een gelijkaardige bezorgdheid.’
Overigens, wat is een homo nu precies? Een man? Een verwijfde man? Een mannelijke vrouw? Een man met een ander, vreemd idee van mannelijkheid? Een man met een vernieuwde invulling van vrouw-zijn? Of iets tussen man en vrouw in? ‘Anders gezegd: alles kan. En dat schept verwarring’, vermoedt Adriaens. ‘Een homoseksueel valt niet zomaar in één vakje te stoppen; het gaat om een grensgeval, een vage vorm, wat sommigen de stuipen op het lijf jaagt, walging oproept. Het is misschien een vreemde vergelijking maar dat maakt een goede horrorfilm ook zo spannend: het opgeroepen gevaar valt niet duidelijk te definiëren, komt nooit helemaal in beeld, blijft de betrokkenen ontglippen.’
Socrates
Ook de oude Grieken, nochtans de uitvinders van de herenliefde, veroordeelden scherp die onduidelijke scheidingslijnen. ‘Een man die vrouwenkleren droeg en parfum spoot kreeg het hard te verduren in die samenleving’, weet Adriaens. ‘Een dergelijk subject was een ware aanfluiting voor het concept mannelijkheid. Die veegde met zijn gedrag zijn voeten aan de vastgestelde grenzen.’
Toch kon het perfect: liefde en genegenheid tussen twee mannen. Maar dan vooral tussen een ouder iemand en een jonge knaap, waarbij de eerste kon genieten van de jeugdige strakheid, de leerling werd dan weer overrompeld met cadeautjes en werd geïntroduceerd in de betere kringen. Een soort van pedagogische pedofilie. Bekendste voorbeeld blijft natuurlijk Socrates en de wondermooie, stoutmoedige en opportunistische Alcibiades.
Ondanks die andere argumenten wil Adriaens het belang van religie echter niet minimaliseren. ‘Er bestaat wel degelijk een correlatie. De maatschappelijke aanvaarding van homoseksualiteit is namelijk groter in landen waar godsdienst een minder prominente rol speelt, met name in Europa, sommige delen van Latijns-Amerika en Australië.’
Lesbische lust
Anderzijds: de drie wereldgodsdiensten kennen ook uitzonderingen op de regel. In de Bijbel staan, naast duidelijke citaten die homoseksualiteit als ‘gruwelijk’ bestempelen, ook passages die een soort van herenliefde enigszins oogluikend dulden. De Thora maakt geen expliciet melding van lesbische lust, wat joodse holebi’s als een voet tussen de deur beschouwen. En wat de islam betreft wijzen exegeten op het simpele feit dat de profeet Mohammed niemand daadwerkelijk strafte voor homoseksualiteit.
Toch zal ‘generatie na generatie’ moeten worden opgevoed met het idee dat homoseksualiteit perfect kan, benadrukt Boudry. ‘Heteroseks blijft voor velen de norm, en alles wat afwijkt, voelt als onnatuurlijk. Dat leeft sterk.’
‘De idee van een goddelijk verbod, neergeschreven in een onfeilbaar boek, bekrachtigt die intuïtie en maakt het heel hardnekkig. Ook in niet-religieuze context komt die voor. Mensen denken dat homoseksualiteit onnatuurlijk is, en daarom fout.’
‘Filosofen noemen dat de naturalistische drogreden. Maar wat als natuurlijk geldt, is daarom nog geen ethische standaard. De natuur is eerder moreel onverschillig.’
BEGRIJPELIJK ! Godsdienstvrijheid is constitutioneel gewaarborgd, ook voor de 3 monotheistische, gesubsidiëerde religies die alle 3 cloacafilie laken VOOR HUN VOLGELINGEN. Niemand is verplicht gelovig te zijn , “Vrijheid-Blijheid”; beschermd of onbeschermd cloacaduiken voor sluitspiertoeristen mag, geen enkele wet verbiedt het, zijn doen maar !
Beste D. Van Dessel, or whatever natuurlijk…
Hopelijk beseft u, dat uw hoogst beledigende homofobe uitlatingen in ons land verboden zijn, en bestraft worden met een serieuze gevangenisstraf en dito geldboete…
Toch succes gewenst met uw ongetwijfeld goed onderbouwde verdediging… LOL
Fantaseer maar verder, PoCo-pipo en laat u gerust nog wat verder door door pulpmagazines zoals KACK (!) indoctrineren . Het is emprisch bewijsbaar dat de aars onderdeel is het spijsveteringsstelsel en NIET van het voortplantingssysteem, OOK in deze tijden van politiek-correcte zinsverbijstering waarmee tal van schrijvelaars geïnfecteerd blijken te zijn ! Misschien kan de Gedachtenpolitie van het volkomen OVERgesubsidIëerde, met politiek benoemden volgepropte gauchistische C.I.R.C. (Centrum voor Inquisitie, Repressie & Censuur) eindelijk eens God-Jaweh-Allah (namens gelovigen) en Moeder Natuur (namens heidenen) dagvaarden voor het feit dat procreatie ENKEL via hetero-betrekkingen kan maar NOOIT via holebi-paring, want dat is toch “DISCRIMINATIE op basis van onderste lichaamsopening) !
CORRECTIE ; “empirisch”