De K.U.Leuven werkt samen met de Staatsveiligheid en de Dienst Vreemdelingenzaken om buitenlandse spionnen onder haar onderzoekers te ontmaskeren. Dat zegt gewezen veiligheidsadviseur van de K.U.Leuven Willy Geijsen.
Geijsen, ooit hoogleraar Toegepaste Wetenschappen maar nu met emeritaat, ziet spionage aan universiteiten als een groeiend probleem. Oorzaken zijn onder meer de toenemende internationalisering en de verhoogde samenwerking met buitenlandse instellingen.
Ook geopolitieke gebeurtenissen hebben hun invloed. ‘Na de val van de Berlijnse muur is het fenomeen alleen maar toegenomen’, zegt Geijsen. ‘Het werd ook niet eenvoudiger: veel landen die vroeger hun spionnen uitstuurden, zijn bevriende landen geworden. Sommige behoren nu zelfs tot de Europese Unie.’
Dat de K.U.Leuven ook na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten haar aandacht voor spionage verhoogde, is volgens Geijsen niet meer dan logisch. ‘We kunnen het niet maken dat bepaalde kennis uit gevoelige sectoren in verkeerde handen zou vallen.’
Grote schade
‘Ik durf niet te beweren dat in al die jaren nooit informatie is gelekt naar het buitenland’, geeft Geijsen toe. ‘Maar door een goede samenwerking met de Staatsveiligheid, de Dienst Vreemdelingenzaken en het ministerie van Buitenlandse Zaken hebben we toch veel kunnen tegenhouden.’
Het centrale beleid tegen spionage werd in Leuven al in de jaren negentig op poten gezet, toen duidelijk werd dat het om een groeiend probleem ging. Navraag leert dat andere universiteiten, zoals de UGent en de Universiteit van Antwerpen, zich wel bewust zijn van het fenomeen, maar nog geen centraal beleid ontwikkelden.
De gevolgen kunnen nochtans groot zijn. ‘Spionage is altijd maar een zaak van enkelingen, maar die kunnen dan wel een enorme schade aanrichten’, aldus Geijsen. ‘Niet alleen financieel, maar ook wetenschappelijk.’ Geijsen raadt de universiteiten dan ook aan om hun alertheid voor spionage op te vijzelen en te onderhouden, ‘zonder evenwel in te boeten op de openheid die eigen is aan een wetenschappelijke instelling’
(Dit artikel verscheen eerder op Knack.be)