SCHAARBEEK – Investeringen voor een lager energieverbruik in kantoorgebouwen winnen zichzelf terug.
‘Een volledig passief kantoorgebouw optrekken? In België? Droom maar verder, dat lukt je nooit.’ Pascal Hoedt van de Groep Arco, de financiële poot van het ACW, botste met zijn plannen de afgelopen jaren op heel wat scepsis. Maar met AeropolisII in Schaarbeek gaf de manager alle criticasters lik op stuk. Naar eigen zeggen is het kantorencomplex, sinds 1juli in gebruik, het grootste passieve project in België. ‘Dat was onze ambitie en daar zijn we in geslaagd.’
Om zijn punt te maken, zet Hoedt enkele cijfers op een rijtje. Die ogen spectaculair.
‘In vergelijking met een standaard nieuwbouwkantoor betalen we negentig procent minder aan verwarmingskosten. Ook de uitgaven om af te koelen, dalen spectaculair. We hebben tijdens de zomer namelijk geen airco nodig. Op jaarbasis besparen we zo 28.000 euro aan gas en 90.000 euro aan elektriciteit. In bijna vijf jaar verdienen we de meerkosten aan investeringen terug: een slordige 150.000 euro. Dat is ook onze bedoeling: rendabel zijn.’
Passief bouwen is in ons land een relatief nieuw fenomeen. ‘Slechts een handvol architecten en ingenieurs is met de principes ervan bekend’, zegt Hoedt, ‘en ook zij betalen nog bij elk nieuw project leergeld.’
De West-Vlaming alludeert op de bouwmoeilijkheden met het Schaarbeekse kantorencomplex. ‘Een passief gebouw is een gesloten, geïsoleerd blok. Als de circulatie van de luchtstromen doorbroken wordt, daalt onmiddellijk de efficiëntie. Een spleet van 10centimeter tussen twee lagen isolatie is al dodelijk. Tijdens de bouw stootten we op verschillende van die koudebruggen. Ook de winderige schacht van de lift, die om veiligheidsredenen niet afgesloten mag worden, bezorgde ons kopzorgen. Daardoor liepen we onvermijdelijk vertraging op.’
Toegegeven, nog niet alles staat op punt. ‘Een kwestie van afstellen’, nuanceert Hoedt. Hij doet de problemen af als ’typische kinderziektes’. ‘Zo is het bijvoorbeeld in de ochtend koeler dan ‘savonds. Sommige collega’s vinden dat niet prettig. Maar met een extra trui aan is dat euvel opgelost. Ook de akoestiek in sommige zalen is niet optimaal. Dat komt door de ecologische materialen die we moesten gebruikten. Maar daar werken we momenteel aan.’
Opmerkelijk: het gebouw is volledig geautomatiseerd. Zo reageren de luiken buiten en de lampen binnenin volautomatisch op de sterkte van het zonlicht. Maar dat is niet altijd even handig.
‘Manueel aanpassen is niet altijd even makkelijk. Zolang het maar kleine dingetjes zijn, valt alles nog mee. Maar als er problemen zijn met de software, is een technicus nodig. Zelf fiksen, gaat niet. Hopelijk gebeurt dat laatste niet te veel.’
(Dit artikel verscheen vooreerst in De Standaard, nu hier)