Diogenes: alleen cynisme redt de wereld

Zou Diogenes, de grondlegger van het cynisme, populisten als Trump, Baudet en Van Langenhove als zijn erfgenamen beschouwen? Allesbehalve, stelt een nieuwe Nederlandstalige biografie.

Stel dat Diogenes vandaag leeft, en hij begint te twitteren: zou hij met zijn schimpscheuten en scherpe commentaren te onderscheiden vallen van een ordinaire internettrol? Zou de grondlegger van het cynisme opvallen tussen de vaak ­anonieme en rechtse profielen die zichzelf in hun bio steevast omschrijven als ‘uitgesproken vrijdenker’, ‘dwarsligger met humor’, ‘luis in de pels’?

Zijn biograaf Inger Kuin erkent ‘de raakvlakken’ in toon en temperament. De Nederlandse werkt als universitair docent in de Verenigde Staten en schreef met Diogenes. Leven en denken van een autonome geest een behapbare biografie, waar ze zowel inzoomt op het leven van de filosoof, als stilstaat bij zijn ­erfenis.

Tegencultuur

Diogenes (412/404-323 voor Christus) was door de geschiedenis heen het voorbeeld van een kritische denker die zich door niets of niemand liet intimideren, en die alles van waarde en aanzien beschouwde als product van de mens en niet van goden of hogere entiteiten. In zijn tijd viseerde hij vooral het systeemdenken van Plato, maar later diende hij als inspiratie voor Rousseau, Nietzsche en Foucault in hun pogingen machtsstructuren, pseudowaarheden en valse beloftes te ontmaskeren.

Tegenwoordig lijkt het cynisme van Diogenes eerder politici dan filosofen te bezielen. In de opschudding die ze veroorzaken en in hun sardonische genoegen over het tumult, ­lijken figuren als Donald Trump en Thierry Baudet (en sociale media-accounts zoals die van ’t Scheldt en Dries Van Langenhove) de ­hedendaagse incarnatie van de ‘tegencultuur’ die bij Diogenes begon.

‘Hun charisma ontlenen ze in belangrijke mate aan deze schelmenrol’, erkent ook Kuin, in het laatste, meest urgente hoofdstuk van haar boek. ‘Ze doen en zeggen alles wat de meeste van hun volgelingen graag willen maar niet durven.’

Maar Kuin, die haar onderwerp door en door kent, pareert die stelling ook meteen: ‘Het verzet van Diogenes was veel fundamenteler’.

Brutaal

Al bij leven was Diogenes een onnavolgbaar voorbeeld. Hij gedroeg zich, volgens zijn eigen woorden, als een ‘Molossische mastiff’: een hondenras befaamd om zijn moed en fysieke superioriteit. En net als die viervoeter woonde Diogenes op straat, at hij rauw vlees, deed hij zijn gevoeg in het openbaar en vond hij dat zijn lichaam na zijn dood moest rotten aan de kant van de straat.

Achter dat wanstaltig en vaak wansmakelijk gedrag schuilde een diepere overtuiging dan louter provocatie om de provocatie: ‘Hij wilde laten zien dat hij boven sociale normen stond en daardoor niet vernederd kon worden’, aldus Kuin. Zelfs toen hij tot slaaf gemaakt werd door piraten, kon dat zijn humeur niet verpesten: ook meesterschap was maar een sociale constructie, die een onthechte geest niet uit evenwicht kon brengen.

De ware cynicus laat zien ‘dat de gevestigde orde geen echte macht heeft’, schrijft Kuin. Dat macht in haar kern leeg is. Een holle plek. Ook de bekendste anekdote over Diogenes maakt precies dat duidelijk. Toen de nog jonge keizer Alexander op een dag vroeg aan Diogenes wat hij verlangde, antwoordde de filosoof zonder te verpinken: ‘Ga uit mijn zon.’

Populisten als Trump en Baudet denken misschien wel te reageren als Diogenes, rücksichtslos en met dezelfde brutaliteit, maar ­eigenlijk streven ze ernaar de keizer te zijn. Of nog grootser: de zon, als middelpunt van hun eigen universum.

Hun pose verbergt daarom een welover­wogen eigenbelang, schrijft Kuin: ze ‘schoppen tegen de leden van de gevestigde orde met als doel hun plek in te nemen’. Iets wat Diogenes, mocht hij nog leven, meteen zou doorprikken.

Grap

Hetzelfde met hun racisme. Bijna elke po­pulist gebruikt een bevolkingsgroep om zich tegenover af te zetten; in de negatie van de ­ander schuilt het eigene. De hardwerkende Amerikaan die het moet afleggen tegen de profiterende Mexicaan (Trump). De ‘boreale wereld’ die gered moet worden van een doorgeslagen progressiviteit (Baudet). De goede versus de slechte Vlaming (Vlaams Belang). Een echte aanhanger van Diogenes noemt ­ieder onderscheid daarentegen arbitrair. Een grap. Een conventie. Iedereen maakt deel uit van dezelfde kosmos, daarin verschilt niemand van elkaar. En daarom verdient iedere mens het om als ‘gelijkwaardig lid’ behandeld te worden, aldus Kuin.

Dat is een bevrijdende en emanciperende gedachte. In die zin is deze eeuw, ondanks zijn schreeuwlelijkerds, niet te veel maar net te weinig cynisch. Echt cynisch, zoals oorspronkelijk bedoeld. De biografie van Kuin herstelt het begrip in ere.

Deze recensie verscheen oorspronkelijk in de boekenbijlage van De Standaard.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *